Dat je bent afgestaan en geadopteerd bent, kan invloed hebben op je dagelijks leven. Je kunt last krijgen van je adoptie. Vaak gaat het dan om gevoelens. Het kan moeilijk zijn deze te benoemen of ermee om te gaan. Je bent niet de enige die deze gevoelens heeft. In dit artikel kun je lezen met welke gevoelens en moeilijke situaties je te maken kunt krijgen na adoptie. 

Geadopteerden - Problemen en gevoelens na adoptie.jpg

Gevoelens na adoptie

Een gevoel van leegte 

Soms heb je een gevoel van leegte. Een gevoel dat niet altijd een duidelijke oorzaak heeft. Het is er soms gewoon. Het komt en het gaat weer weg. Een gevoel van iets essentieels te missen, stuurloos te zijn. Alsof de bodem onder je bestaan ontbreekt. Je verlangt op die momenten sterk naar iets dat je niet kent, dat je je niet meer kunt herinneren of waar je niet als vanzelf naar terug kan keren. 

Leegte en (on)begrip 

Wanneer je praat over dit gevoel van leegte, word je niet altijd begrepen. Mensen die zelf niet geadopteerd zijn, kennen jouw gevoel niet. Het kan daarom lastig zijn om uit te leggen. Andere geadopteerden weten vaak wel direct waar je het over hebt. 

Boosheid en begrip 

Misschien neem je het je biologische moeder kwalijk dat ze jou heeft afgestaan. Of heb je juist alle begrip voor haar keuze, omdat je een vermoeden hebt over de reden van de adoptie. Je weet bijvoorbeeld dat in het land van geboorte een taboe rust op ongehuwd ouderschap. Of dat er veel armoede heerst en je moeder graag wilde dat jij die armoede kon ontspringen. 

Als je niet precies weet waarom je moeder je heeft afgestaan, blijf je denken aan de reden. Heeft ze je afgestaan uit liefde, zodat jij een beter leven kon krijgen? Heeft ze gehandeld omdat ze onverantwoordelijk was en onbeschermde seks heeft gehad? En daardoor tegen de tradities in zwanger is geraakt? 

Je gedachten en gevoelens gaan alle kanten op. En spreekt iemand kwaad over je biologische ouders, of het land waar je geboren bent? Dan voel je je aangevallen, en spreek je dit resoluut tegen. Jouw biologische ouders, jouw moederland; ze zijn een stuk van jezelf. Ook al ken je hen niet. En ook al ken je het land en de cultuur niet goed. 

Verdriet 

Je bent soms verdrietig over hoe het gelopen is. Je bent aan de andere kant van de wereld geboren en door omstandigheden kon je daar niet blijven. Je mocht niet opgroeien bij je biologische ouders en je eventuele broers en zussen. Je hebt geen invloed gehad over de beslissingen die anderen voor je namen. 
 
Daardoor groei je op zonder je bloedverwanten. Je bent ontworteld geraakt. Je leeft in een land waar je niet bent geboren en in een gezin dat niet genetisch ‘eigen’ is. Je verlangt soms naar die ‘echte moeder’. Misschien idealiseer je haar en heb je een bepaald beeld van haar. Zolang je haar niet hebt gezien, weet je niet of dit beeld klopt met de werkelijkheid. 

De zekerheid die de meeste anderen hebben over afstamming en gelijkenissen heb jij niet. Tussen jou en je biologische verwanten zit een onzichtbare muur, een breuklijn. Dat maakt je verdrietig. 

Verlatingsangst 

Je hebt ergens opgeslagen dat je moeder degene is die het meest onvoorwaardelijk van je hoort te houden. En juist zij is degene die jou heeft afgestaan. Als zij al afstand van jou kan doen, wie geeft jou dan de garantie dat anderen dat niet zullen doen? Wie zegt dat je adoptieouders niet vroeg of laat genoeg van je hebben en jou in de steek zullen laten? Of je partner, je beste vriend(in)? 

Angst en onrust 

Ook al zeggen en bewijzen al die mensen dat ze dat nooit zullen doen; je blijft de angst houden. En die angst kan opspelen in situaties waarin je bang bent iemand te verliezen. Bijvoorbeeld wanneer je iemand niet te pakken krijgt op zijn mobiel of wanneer die ander zonder jou een paar dagen weg is. 

Die angst kan soms zomaar opkomen. Je bent je bewust van de sterfelijkheid van je adoptieouders, van je partner, je eigen kinderen. Je beseft je dat je geen garantie hebt dat degene die je lief hebt altijd aan je zijde is. Dit besef maakt je heel onrustig. 

Misschien test je de mensen om je heen uit. Is de liefde of vriendschap echt onvoorwaardelijk? Zullen ze je trouw blijven als je het ze onmogelijk maakt? En als het dan kapot gaat, dan heb je jezelf bewezen dat inderdaad geen enkele band onvoorwaardelijk is. Dit kan destructief en erg pijnlijk zijn voor jezelf en je omgeving. 

Je biologische familie en je adoptieouders 

Je biologische ouders 

Je bent opgegroeid zonder de moeder die jou gebaard heeft en zonder de vader die jou verwekt heeft. Qua uiterlijk herken je jezelf niet in je adoptieouders. De karaktereigenschappen die wellicht overeenkomen, komen waarschijnlijk door de opvoeding die je van hen hebt gehad. Zolang je nog geen contact hebt gehad met je biologische familie, zijn je genen onbekend. Daardoor weet je niets van jouw voorgeschiedenis en niets van je medische aanleg. 

Mogelijke vragen en gevoelens na adoptie: 

  • Mogelijk verlang je naar de mensen die jou het leven hebben gegeven. Je wilt weten hoe ze eruit zien, hoe ze zijn, hoe ze leven. Je maakt je misschien ongerust over hen. Of je wilt weten waarom ze jou hebben afgestaan. 
  • Het kan ook zijn dat je kwaad op hen bent. Je kan begrijpt niet waarom je bent afgestaan. Wie weet wil je wel niets met hen te maken hebben. Of wil je ze juist vertellen dat je over die afwijzing heel kwaad bent (geweest). 
  • Je kunt ook de drang hebben om je biologische moeder te vertellen dat het goed met je gaat. Je wilt haar laten weten dat de keuze die zij destijds gemaakt heeft, goed is uitgepakt. 

Ontmoeting met biologische familie 

Als je je biologische moeder hebt ontmoet, kan het zijn dat je het ontroerend vond om haar te zien en aan te raken. Omringd door de kinderen die jouw halfzusjes en –broertjes zijn. Misschien zijn haar leefomstandigheden anders dan die van jou, en was je onder de indruk van de armoede. Jijzelf zag het niet meteen, maar je ouders of je partner zagen direct de overeenkomsten met je moeder. 

Aan de ene kant voelde het zo goed en zo vertrouwd, maar tegelijk zat er een enorme barrière tussen jullie. Als je biologische moeder in het buitenland woont, spreek je de taal niet. Je begreep niet wat zij bedoelde met dat handgebaar, die blik in haar ogen. De jarenlange scheiding en het verschil in cultuur zijn moeilijk te overbruggen. 

Mogelijke uiteenlopende gevoelens na een ontmoeting: 

  • Misschien voel je je moreel verplicht om hen te helpen, maar heb je de middelen niet. Of krijg je juist brieven en mailtjes van je familie. Ze vragen je om donaties voor een operatie in het ziekenhuis, scholing van een neefje of het huwelijk van een zusje. 
  • Je voelt je verscheurd tussen medelijden of plichtsbesef enerzijds en irritatie en woede anderzijds. 
  • Een ontmoeting met je biologische verwanten kan je rust geven. Je weet nu wie je biologische moeder is of wie je verwanten zijn. Je komt meer te weten over de reden waarom je bent afgestaan. Maar een ontmoeting kan je ook onrustig maken. Je hebt nog meer vragen dan voor de ontmoeting. 

Je adoptieouders 

Je adoptieouders hebben waarschijnlijk de beste motieven gehad om jou te adopteren. Ze zeggen altijd dat ze jou een beter leven gunden. In Nederland heb je wellicht kansen die je in je geboorteland nooit had gekregen. Je bent niets tekort gekomen. 

De relatie met je adoptieouders 
Het kan zijn dat het contact tussen jou en je adoptieouders goed is. Zij bewijzen hun onvoorwaardelijke liefde keer op keer. Ze zijn er altijd voor je en staan je bij als je het moeilijk hebt. Het kan ook zijn, dat je gemengde gevoelens hebt richting je adoptieouders. Je hebt het gevoel dat je niet mag klagen. Dat je dankbaar moet zijn (ook al verlangen ze dat niet van jou). Misschien vind je wel, dat ze jóu dankbaar moeten zijn. Waren ze zonder jou niet gedoemd om kinderloos te blijven? 

Het feit dat je adoptieouders nooit je biologische ouders kunnen worden en dat jullie qua uiterlijk en qua karakter uiteen liggen, kan leiden tot verwijdering van elkaar. 

Breuk tussen jou en je adoptieouders 
In lang niet alle adoptiegezinnen gaat het goed. Net als andere stellen, kunnen adoptieouders van elkaar scheiden. Maar ook qua karakter gaat het niet altijd goed. Doordat jullie geen genetische verwantschap hebben, is er misschien een grotere kans dat karakters en temperamenten botsen. De onvoorwaardelijke band kan een illusie blijken. Misschien voel je je door je adoptieouders afgewezen of zelfs afgestaan. Omdat zij jou als geadopteerde niet kunnen bieden wat jij nodig hebt. 

Misschien heb je die onvoorwaardelijke liefde ook wel uitgetest. En heb je dat op zo’n manier gedaan, dat de band uiteindelijk écht kapot is gegaan. Dat was eigenlijk niet je bedoeling. Je wilde juist zo graag het bewijs dat ze er echt onvoorwaardelijk voor je zijn. Het kan ook zijn, dat het wél je bedoeling was. Nu heb je de bevestiging dat onvoorwaardelijke liefde niet bestaat. 

Loyaliteit als geadopteerde 

Als geadopteerde heb je vaak last van een dubbele of gespleten loyaliteit. Mogelijk respecteer je en waardeer je je adoptieouders. Je ziet hen als de liefhebbende ouders die jou hebben gegeven wat in hun vermogen lag. Juist om die waardering, vind je het respectloos om te gaan zoeken naar je biologische verwanten. Je vraagt je af of je je adoptiemoeder niet kwetst wanneer je die andere, biologische, moeder in de armen sluit. 

Max (19 jaar): 
Ik wil graag op zoek naar mijn biologische moeder, maar durf dit niet aan mijn adoptieouders te vertellen. Toch heb ik het gevoel dat ik dan pas verder kan met mijn leven.

Loyaliteitsproblemen na ontmoeting 
Wanneer je (tijdelijk) op gespannen voet leeft met je adoptieouders, ben je misschien geneigd om je biologische ouders te idealiseren. Zij zouden je wel begrepen hebben, jou wel datgene gegeven hebben waar je zoveel behoefte aan hebt. 

Het vinden van je biologische verwanten maakt geen einde aan deze gespleten loyaliteit. Het kan zelfs die gespletenheid vergroten. Bijvoorbeeld als je merkt dat het je adoptiemoeder werkelijk kwetst dat je je zo thuis voelt bij je biologische moeder. Of andersom. Dat je niet teveel genegenheid wilt tonen voor je adoptieouders in het bijzijn van je biologische ouders. 

Zelf kinderen krijgen 

Veel geadopteerden ervaren pas een genetische verwantschap wanneer ze zelf kinderen krijgen. Dat maakt de geboorte van een kind nog emotioneler. Jezelf voor het eerst terugzien in een ander mens, hoe klein ook, kan rust geven. Maar het kan je ook nog sterker laten verlangen naar je biologische verwanten. Je wilt ze laten weten dat jij vader of moeder bent geworden. Omdat je zo trots bent op dat kleine mensje van jou. 

Je wilt je kind - misschien nog meer dan jezelf - beschermen tegen erfelijke aandoeningen. Je kunt dit mogelijk voorkomen, als je ervan af weet. Alleen informatie over je biologische ouders kan je daarbij helpen. 

Relaties met anderen als je geadopteerd bent 

Vriendschappen en relaties 

Je adoptie maakt dat je ‘anders’ bent dan de (meeste) mensen om je heen. Je hebt een andere achtergrond. Hierdoor kun je je een vreemde eend in de bijt voelen. Wanneer je ook een andere huidskleur hebt, wordt het gevoel dat je anders bent misschien nog eens versterkt. Als je geaccepteerd wordt door je omgeving kan dat gevoel worden opgeheven. Vaak moet je eerst een proces door van zelfacceptatie, voordat je open staat voor de acceptatie door anderen. 

Veelvoorkomende problemen in relaties met anderen: 

Verlatingsangst 
Door de vergrote kans op verlatingsangst, ben je terughoudend in contacten bij mensen om wie je geeft. Je bent bang om degenen te verliezen die je het meest dierbaar zijn. Die angst om te verliezen, zorgt er wellicht ook voor dat je je niet zo snel bindt aan mensen. Bindingsangst is eigenlijk een soort preventieve verlatingsangst. Deze angsten kunnen zorgeloos contact met anderen aardig in de weg staan. Ze veroorzaken zorgen en onrust. 

Isolement 
Als je diepgaande relaties uit de weg gaat, kan dat leiden tot isolement en eenzaamheid. Mensen zijn van nature geneigd om in contact te staan met andere mensen. Wanneer je contact uit de weg gaat, kan dat een teken zijn dat je basisvertrouwen is aangetast. Het vermijden van contact is vaak een vorm van een overlevingsmechanisme. Het is een soort zelfbescherming die ervoor zorgt dat je niet opnieuw gekwetst wordt. Je gelooft misschien niet dat iets onvoorwaardelijk kan zijn. Het kan ook zo zijn dat je in je vroege jeugd verlieservaringen hebt opgedaan, waar je je niet zozeer van bewust bent. 

Afhankelijkheid 
In tegenstelling tot isolatie en op afstand blijven, kun je juist ook heel erg naar bevestiging zoeken. Het besef dat je bent afgestaan, kan leiden tot een sterke hang naar bevestiging. Je hebt als het ware juist de ander nodig om je erkend te voelen. Dit heeft tot gevolg dat je je afhankelijk opstelt naar je partner of je vrienden. Deze afhankelijkheid kan uitlopen in claimgedrag. Bovendien maakt het je kwetsbaar voor misbruik. 

Wanneer in een (vriendschappelijke) relatie één persoon zich meer afhankelijk opstelt dan de ander, is er altijd een mate van ongelijkheid. Dit kan leiden tot verwijten van degene die zich afhankelijk voelt. Verwijten dat hij/zij niet genoeg erkenning krijgt. Dit kan in een relatie voor grote problemen zorgen. 

Vragen over je afkomst 

Soms kunnen mensen je vragen stellen over je afkomst. Deze vragen hebben voor hen geen diepere en pijnlijke betekenis, maar kunnen voor jou als geadopteerde juist heel erg gevoelig of pijnlijk zijn. Als je niet weet wie je biologische ouders zijn en op wie je lijkt, heb je hier geen antwoord op. Dat is niet zozeer een probleem voor de ander, maar vooral lastig voor jezelf. Je kunt deze vragen vervelend en niet netjes vinden. In ieder geval word je op deze manier steeds weer geconfronteerd met je achtergrond. 

Een veelvoorkomende vraag is bijvoorbeeld of je al gezocht hebt naar je biologische verwanten. Veel mensen denken dat iedere geadopteerde gaat zoeken, omdat het zo zou horen. Ook kunnen er opmerkingen gemaakt worden, dat je dankbaar moet zijn dat je hier bent opgegroeid en niet in het (waarschijnlijk armere) land van herkomst. Terwijl jij het gevoel hebt dat je in dat geval misschien juist wel gelukkiger zou zijn. Niet vanwege de armoede of rijkdom, maar om het feit dat je dan je biologische familie om je heen zou hebben. 

Juana (25 jaar): 'Ik zou graag een relatie willen, maar ik heb moeite met iemand te vertrouwen. Ik ben bang dat diegene mij weer gaat verlaten. Heeft dit met mijn adoptie te maken?'

Geboorteland vs. Nederland 

Een gevoel van thuiskomen 

Als je in het land van geboorte terug bent geweest kan dat het gevoel geven van ‘thuiskomen’. Een diep weggestopt stukje van jezelf herkent de geuren, het licht, de geluiden. De mensen op straat lijken op jou, hebben dezelfde kleur en vorm ogen, dezelfde uiterlijke kenmerken. 

Dubbele ontheemding 
Maar al gauw blijkt dat jij een buitenlander bent in jouw land van herkomst. Je spreekt de taal niet en in de kleinste gebaren en je oogopslag zien ze dat jij ‘niet één van hen’ bent. Nederland is onder je huid gekropen, in je vezels gaan zitten. Het gevoel dat je in Nederland hebt, het gevoel van anders zijn en je er niet helemaal thuis voelen, kun je ook in je geboorteland hebben. Dit kan een pijnlijke ontdekking zijn en kan leiden tot een dubbele ontheemding. 

Dubbele loyaliteit 
Als geadopteerde kun je een dubbele loyaliteit ervaren. Enerzijds heb je je geboorteland, maar aan de andere kant heb je het land waarin je bent opgegroeid en waar je de cultuur van hebt aangeleerd. In bepaalde situaties kan dit lastig zijn. Bijvoorbeeld wanneer Nederland moet voetballen tegen je geboorteland. Voor wie juich je dan als er een goal wordt gemaakt? 

Misschien wil je wel terugkeren naar je geboorteland, omdat je het gevoel hebt niet te kunnen aarden in Nederland. Waar komt dit ontwortelde gevoel vandaan? Heeft het te maken met onrust die je ervaart door het afstaan en de adoptie? In dat geval is het de vraag of een ‘remigratie’ deze onrust wel op kan lossen. 

Discriminatie 

Waar mensen samen leven, worden mensen die ‘anders’ zijn soms buitengesloten. Geadopteerden kunnen dit ook ervaren. Zij zien er anders uit en kunnen daarom buitengesloten worden of zich buitengesloten voelen. 

Wanneer je een andere huidskleur hebt, word je vaak anders beoordeeld. Soms regelrecht veroordeeld. Discriminatie is hardnekkig en moeilijk aan te pakken. Meestal is discriminatie gebaseerd op onwetendheid en angst. Als je buitengesloten en gepest wordt vanwege je uiterlijk, kan dat leiden tot een minderwaardigheidsgevoel. Je wordt terughoudend of gaat je verzetten (lichamelijk en emotioneel). Zelfacceptatie en trots helpen je om met discriminatie om te gaan. 

Werken aan jezelf als geadopteerde 

Door je verleden, dat in het teken staat van afgestaan en geadopteerd zijn, is het begrijpelijk dat je soms worstelt met de gevolgen daarvan. Er kan een aanleiding zijn, waardoor je pijnlijk wordt geconfronteerd met je achtergrond. Bijvoorbeeld nadat je relatie verbroken is of iemand in je omgeving overlijdt. Maar ook kan het zijn dat je tegen terugkerende (gedrags-)patronen aanloopt. Je wilt hier echt een keer mee aan de slag. 

Je merkt bijvoorbeeld dat je steeds last hebt van verlatingsangst binnen je relaties. Of dat je gefrustreerd bent in het uitblijven van erkenning door je adoptieouders. Je twijfelt of je al dan niet wilt gaan zoeken naar je biologische moeder. Of je merkt dat je door pesterijen en discriminatie in je jeugd een minderwaardigheidsgevoel hebt ontwikkeld. 

Problemen aanpakken 

Soms is het voldoende om met andere geadopteerden over je gevoelens en problemen te praten. Omdat zij je goed aanvoelen en aan een half woord voldoende hebben. Dit kan face to face, maar ook via internet kun je waardevolle contacten opdoen. 

Het kan je ook helpen om professionele steun te zoeken bij een praktijk of een hulpverlener die veel kennis en ervaring heeft met de thema’s waar geadopteerden mee kunnen worstelen. Daarnaast hebben we ervaringsverhalen van andere geadopteerden verzameld, waar je waarschijnlijk veel herkenning in zult vinden.