Fiom kan niet altijd het hele dossier laten bekijken. Dit komt enerzijds door de geheimhoudingsverplichting die de hulpverlener heeft en anderzijds de verplichting op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming om de privacy van andere personen in het dossier te beschermen. De hulpverlener screent daarom het dossier en lakt de informatie die niet gedeeld mag worden.  

Het screenen betekent dat in ieder geval de volgende informatie in het dossier wordt weggelakt:  

  • de informatie die Fiom niet zonder toestemming van een derde mag delen; 
  • NAW-gegevens van derden en gegevens van die derden die zo specifiek zijn of in combinatie met andere gegevens naar deze derde te herleiden zijn; 
  • informatie waarvan je hebt aangegeven deze niet te willen ontvangen.

Staat in het dossier informatie over de ontstaansgeschiedenis van het kind, dan kan een belangenafweging moeten worden gemaakt. De hulpverlener vraagt altijd een collega hulpverlener om de tweede screening te doen. Dit heet het 'vier-ogen-principe'. Het ‘vier-ogen-principe’ wordt toegepast om de screening zo zorgvuldig en objectief mogelijk te doen.

Als er informatie niet kan worden gedeeld, dan legt de hulpverlener je uit waarom dat niet kan.