De ontdekking van een ongewenste of ongeplande zwangerschap kan zowel bij de man als bij de vrouw een schok teweeg brengen. Er kan sprake zijn van ongeloof, paniek, verdriet, onmacht en boosheid. Bij een besluit over het afbreken van de zwangerschap is de man niet altijd betrokken. Soms is hij niet meer in beeld of kiest de vrouw ervoor om hem niet over de zwangerschap te vertellen. Toch voelen veel mannen zich mede verantwoordelijk voor het nemen van een besluit.
Voor veel mannen staat het behoud van de relatie centraal. Daarnaast zijn ze bezig met het kind dat er al dan niet gaat komen en de omstandigheden waaronder het geboren gaat worden. De zwangerschap zelf staat verder van ze af, terwijl deze voor de vrouw al heel erg aanwezig is, zowel emotioneel als lichamelijk.
De meeste mannen willen graag snel een besluit nemen: het kan maar duidelijk zijn. Overwegingen gebaseerd op verstand (en niet op gevoel) lijken vaak de doorslag te geven. Vrouwen wikken en wegen vaak langer, deels doordat zij degene zijn die zwanger zijn en de uiteindelijke beslissing zullen moeten nemen.
Hoewel de vrouw uiteindelijk de beslissing neemt, adviseert Fiom om – voor zover mogelijk – de man ook te betrekken bij de besluitvorming.