Voor mij was het inschrijven bij de Fiom KID-DNA Databank hetzelfde als het doneren destijds: dat doe je, want daarmee help je een ander. Lex (70) was spermadonor toen hij studeerde. Anoniem, want zo ging dat toen. Als hij zich jaren later inschrijft bij de Fiom KID-DNA Databank krijgt hij binnen een half jaar bericht. Er is een match.
Eind jaren zeventig studeerde Lex geneeskunde in Utrecht. Daar zag hij een oproep voor zaaddonoren. Er was net een nieuwe kliniek gestart, verbonden aan het ziekenhuis waar ik destijds co-schappen liep. Ze zochten jonge mannen zoals ik die hun sperma wilden doneren aan stellen met een kinderwens. Hij hoefde hier niet lang over na te denken. Het is mijn overtuiging dat je dit soort dingen vanzelfsprekend doet voor een ander, voor de gemeenschap. Zo help je mensen in nood. Ik heb het met mijn vriendin, die later mijn vrouw werd, besproken en zij dacht er hetzelfde over. Misschien heeft zij mij zelfs nog wel aangemoedigd om door te zetten.
Wat in die tijd ook vanzelfsprekend was, is de anonimiteit waarmee gedoneerd wordt. Dat was standaard. Ik geloof niet dat ik destijds heb nagedacht over de consequenties. Het was in ieder geval geen onderdeel van de overweging. In de vijf jaren die volgen, krijgt Lex om de zoveel maanden een telefoontje van de kliniek of hij wil doneren.
Ondanks dat hij anoniem doneerde, hing er geen zweem van geheimzinnigheid omheen. Een vriend van mij kan zich zelfs nog herinneren dat ik wel eens met hem ging fietsen en dan vooraf eventjes langs de kliniek moest om een potje af te geven. Als hij vervolgens moet verhuizen, een drukke baan krijgt als huisarts en een eigen gezin sticht - hij heeft drie dochters en een pleegzoon - stopt Lex met doneren.
Lex: Waar zouden mijn nakomelingen terecht zijn gekomen?
In de jaren erna dacht ik er af en toe wel aan. Waar zouden mijn nakomelingen terecht zijn gekomen? Dan zeiden we gekscherend als we door de stad liepen: misschien is dat wel een zoon of dochter van me. Meer was het niet. Zelfs niet toen in 2004 in Nederland de discussie losbarstte over het verbieden van anoniem doneren. Ik las erover en merkte dat het denken over anonieme donoren aan het veranderen was. Ik koppelde dat niet aan mij persoonlijk. Ik had mezelf als het ware geanonimiseerd. Totdat Lex in het voorjaar van 2017 met zijn vrouw in de auto naar een radioprogramma luistert. Een donor vertelde dat hij vroeger anoniem had gedoneerd en zich nu had ingeschreven bij de Fiom KID-DNA Databank. Een databank waarin donorkinderen en donoren hun gegevens kunnen opslaan om met elkaar gematched te worden. Toen dacht ik wel ineens: dit gaat over mij. Bij thuiskomst bedenkt Lex zich geen minuut en gaat diezelfde dag nog naar de website van Fiom.
Het aanmelden ging heel vlot. Je moet je gegevens invullen en aangeven wanneer en hoe vaak je hebt gedoneerd. Ik kreeg direct een bevestiging van mijn inschrijving en binnen enkele weken ontving ik een pakketje waarmee ik mijn wangslijm kon afnemen en opsturen. Dat verliep eveneens soepel. Binnen een half jaar kreeg ik een bericht van Fiom: er is een match met een donordochter!
Lex heeft eerst een individueel gesprek bij Fiom. Hij kreeg informatie over de rechten en plichten, maar ook over de ontmoeting en het vervolg. Dat doen ze heel zorgvuldig, ze nemen echt de tijd voor je. Op die manier ga je alvast nadenken over hoe je de relatie in de toekomst wilt invullen. Niets hoeft, alles kan. Mede afhankelijk natuurlijk van wat de ander wil, maar dat is zo’n beetje de bandbreedte. Hoe sta jij in het contact, wat zijn je grenzen, hoe vaak wil je elkaar zien? Vragen die hij door zijn gedachten laat gaan. De hulpverlener van Fiom drukte me op het hart: blijf vooral bij je eigen gevoel.
Lex: Met inschrijven bij de databank help je een ander
En dan is daar de dag van de ontmoeting. Met gezonde wedstrijdspanning ging Lex samen met zijn vrouw naar het Fiom-kantoor in Den Bosch. Ik wist alleen dat ze Mirjam heette en wat haar geboortedatum was. Dus ik stapte voor mijn gevoel echt in een black box. Zodra hij haar ziet valt de spanning weg. Het onbekende is bekend. Fiom had ons geadviseerd foto’s mee te brengen. Dat was goed, zo hadden we meteen een gespreksonderwerp. Ze vertelde dat ze pas in 2010 hoorde dat ze van een donor was. Toen is haar zoektocht begonnen. Naast de Fiom KID-DNA Databank had ze zich ingeschreven bij een internationale DNA-databank. Op die manier was ze al een nicht van mij op het spoor gekomen. Ze had me dus al bijna via die weg gevonden. Doordat ik me inschreef bij de Fiom KID-DNA Databank hadden we een match.
Lex: Anoniem doneren, we zien nu in hoe ongezond die situatie was.
Als ik eerlijk ben was ik emotioneler dan ik deed blijken, bekent Lex. Zo’n ontmoeting is best heftig en intensief. Het klinkt misschien wat dramatisch, maar je zit toch tegenover je eigen vlees en bloed. Tegelijkertijd voelt het verwarrend: zij zit in dezelfde lijn als mijn dochters, ze heeft alleen een andere moeder. Maar ik heb haar niet groot gebracht, dat gat van zoveel jaar poets je niet meer weg. Ze is een stukje van mezelf, maar ook weer niet. Lex’ vrouw is nauw betrokken en praat tijdens de ontmoeting geanimeerd met de partner van Mirjam. Dat waardeer ik heel erg. Zij zijn eigenlijk twee buitenstaanders die onvrijwillig met elkaar zitten opgescheept. Na de ontmoeting lopen ze samen naar het station en bij het afscheid spreken ze allebei de intentie uit dat ze het niet gingen laten bij die ene afspraak.
Lex merkt dat de ontmoeting voor Mirjam een belangrijk moment is na al die jaren zoeken. Als het hierbij bleef, was het voor haar ook goed. Haar wens was in vervulling gegaan, ze wist wie ik was. Hierdoor was ik mij nog meer bewust van het hiaat dat zij altijd gevoeld heeft doordat ze niet wist wie haar biologische vader was. Dat bevestigt alleen nog maar meer het belang van deze hele exercitie. Het inschrijven bij de Fiom KID-DNA Databank, de ontmoeting. Ik zou het zo allemaal weer opnieuw doen. Ondertussen hebben Lex en Mirjam geregeld contact. We zien elkaar op verjaardagen, zijn afgelopen zomer bij haar op kraamvisite geweest en appen tussendoor. Mijn dochters en pleegzoon hebben via social media contact met haar.
Inmiddels heeft Lex een videoboodschap opgenomen over zichzelf. Mocht ik er later niet meer zijn, dan kunnen eventuele nakomelingen toch iets over mij te weten komen. Maar ik verwacht niet dat er nog een match komt gezien mijn donorhistorie. Ik heb relatief weinig gedoneerd.
In de jaren zeventig was anoniem doneren vanzelfsprekend. Die gedachte is nu volledig gekanteld. Dat is volstrekt logisch, vindt hij. We zien nu in hoe ongezond die situatie was. Het was een drogbeeld, maar paste wel bij die tijd. De consequenties worden nu duidelijk. Dat opheffen van de anonimiteit is in het belang van het kind. En daar doe je het toch uiteindelijk voor.