Waar er vroeger maar weinig over gepraat werd, wordt nu geadviseerd om open te zijn over de donorconceptie. Fertiliteitsklinieken, counselors, psychologen en andere mensen met expertise in het welzijn van gezinnen, onderschrijven het advies om vooral open te zijn over de donorconceptie. Als ouder sta je voor veel vragen. Want hoe ga je een kind opvoeden dat is verwekt met behulp van donorconceptie? Met wat voor kwesties krijg je te maken? En hoe zal de ouder-kindrelatie zijn?   

Ouders van donorkinderen - Praten met je kind over donorconceptie.jpg

Het signaal dat wordt afgegeven als je familie en vrienden niet op de hoogte brengt, is dat donorconceptie iets is om je voor te schamen. Iets wat je verborgen houdt, terwijl je nauw in contact staat met je familie. Het op de hoogte brengen van familie en vrienden kan je juist begrip, erkenning en steun brengen. Bovendien laat jij zo je kind zien dat er niks is om je voor te schamen.  

Groeien als gezin  

In het verleden stond bij donorconceptie de kinderwens van de wensouders centraal. Met de impact dat het donorschap kan hebben op het toekomstige kind, werd geen rekening gehouden. De focus lag op de realisatie van een zwangerschap. Tegenwoordig is dat wel anders. De zwangerschap wordt niet als het einde van een proces gezien, maar juist als een begin. Het is het begin van een nieuw gezin met meerdere gezinsleden (ouders, kind, broers/zussen) die ieder op hun eigen manier betekenis gaan geven aan donorconceptie.   

Van de kinderwens tot een gezin met volwassen kinderen, elk gezin doorloopt verschillende fasen. Als wensouder, maar ook als gezin verander en ontwikkel je. Naarmate de jaren verstrijken kunnen de opvatting en gevoelens rondom de donorconceptie veranderen.   

Hoe ziet het ouderschap met een donorkind eruit? 

Het ouderschap met een donorkind vertoont heel veel gelijkenissen met het opvoeden van eigen genetische kinderen. Je krijgt te maken met dezelfde opvoedkundige uitdagingen en je ervaart de fijne momenten net als andere ouders. Moeilijke eters, school- en puberperikelen, het eerste jaar op kamers, de eerste liefdes, het komt allemaal voorbij.  

Heteroseksuele, lesbische of eenoudergezinnen, gevormd na anoniem of identificeerbare spermadonatie, ervaren een vergelijkbare emotionele betrokkenheid en een vergelijkbaar welzijnsniveau als gezinnen die gevormd zijn door twee biologische ouders.   

Echter, naast deze overeenkomsten zijn er ook kwesties die specifiek zijn voor donorfamilies. Want hoe praat je met je kind over de donorconceptie en de donor, op een manier die past bij de leeftijd en het ontwikkelingsstadium van je kind? In elke fase van de peuter-, kleuter-, basisschool-, tiener- en volwassen jaren, sta je weer voor vragen die net even anders zijn. Het kan helpen om informatie in te winnen tijdens de verschillende fasen. Zie bijvoorbeeld de literatuurlijst met boeken die geschikt zijn per levensfase van je kind.     

Wat is van invloed op hoe je kind met donorconceptie omgaat?  

Twee factoren lijken van grote invloed op hoe donorkinderen met donorconceptie omgaan; de leeftijd waarop ze worden ingelicht en de manier waarop de ouders zelf met de donorconceptie omgaan.  

  • De leeftijd waarop je donorkind wordt ingelicht 
    Kinderen die al vroeg op de hoogte zijn, nemen die informatie geleidelijk mee in de ontwikkeling van hun identiteit. Weten dat je geboren bent na donorconceptie vormt doorgaans geen probleem. Kinderen die pas in een later stadium worden ingelicht, kampen wel met meer stress en spanningen. Als jongvolwassene -soms zelfs later- horen over je afstamming, kan echt als een schok worden ervaren. Gevoelens van verwarring en vragen omtrent de eigen identiteit kunnen ontstaan. Wie ben ik nu eigenlijk? Van wie heb ik deze trekken? Wie is mijn familie?  
  • De manier waarop je als ouder met donorconceptie omgaat 
    Nog meer dan de afkomst op zich, hebben vooral de geheimhouding en het gevoel van misleiding een negatief effect op de welzijn van het kind zelf en op de relatie met de ouders.  

Redenen om je kind te vertellen over zijn ontstaansgeschiedenis  

Als je ervoor kiest je kind in te lichten over de donorconceptie waaruit hij of zij is ontstaan, kun je daar verschillende redenen voor hebben: 

  • Openheid en eerlijkheid zijn een essentieel onderdeel van de ouder-kindrelatie. Bovendien is dit een noodzakelijke voorwaarde voor de uitbouw van vertrouwensrelatie. 
  • Je kind heeft het recht om te weten dat hij of zij is geboren na donorconceptie. Dit feit is een onderdeel van zijn of haar geschiedenis. 
  • Openheid is in het belang van je kind. Ontdekt je kind later zijn ontstaansgeschiedenis, dan kan dat het gevoel van eigenwaarde van het kind ondermijnen. Daarnaast geeft een gesloten houding tegenover het onderwerp een gevoel van schaamte, misschien zelfs schande.  
  • Geheimhouding is stressvol en ook gewoon moeilijk te handhaven. Er is altijd het risico dat je kind er toch achter komt. Door buitenstaanders die het wel weten of door de medische en technische vooruitgang. En dan is het gevoel van misleiding groot. 
  • Om een erfelijke aandoening te vermijden, kan openheid over donorconceptie eventuele angst wegnemen. Je kind weet dat hij of zij zich geen zorgen hoeft te maken over erfelijke belasting.  
  • Op latere leeftijd kan de medische geschiedenis meegenomen worden naar artsen. Dat helpt bij een diagnose en behandeling van eventuele medische aandoeningen.  
  • Duidelijke verschillen tussen jou en je kind in uiterlijk, talenten of wat dan ook, hebben een logische verklaring. 

Hoe vertel je je kind over donorconceptie?  

Er is niet één juiste manier om met je kind te praten over donorconceptie. Er zijn wel algemene richtlijnen, maar het is vooral zoeken naar een wijze die past bij jullie situatie. Of je het kind alleen opvoed, welke communicatiestijl je hanteert, het karakter van je kind en eigen ervaringen spelen allemaal mee. Over het algemeen kiezen ouders uit 2 strategieën bij het vertellen, namelijk de kiem-leggen-strategie of de het-juiste-moment-strategie.    

Strategie 1: Kiem leggen  
Bij deze strategie begin je al met praten over de donorconceptie voordat je kind de leeftijd van 5 jaar heeft bereikt. Eerst heel simpel en basaal, om vervolgens het verhaal beetje bij beetje uit te bouwen. Dit stem je af op de leeftijd van je kind en de vragen en reacties die je kind heeft. Te lang wachten kan een vertrouwensbreuk veroorzaken. Bovendien wekt dat de indruk dat donorconceptie iets beschamends of raars is. Door open en spontaan te praten over de donor, maak je het een gewoon gespreksonderwerp en een onderdeel van het gezinsleven.  

Juist wanneer je kind nog niet helemaal begrijpt wat donorconceptie is, kun je hier je voordeel uithalen. Nu heb je namelijk de tijd om te zoeken naar de juiste woorden. Ook kun je het voor jezelf tot een normaal gespreksonderwerp ontwikkelen. Je kunt het zien als ‘oefentijd’ waarbij je een manier vindt om over donorconceptie te praten die bij jouw gezin past.  

Strategie 2: Het juiste moment  
Bij deze strategie wacht je tot het optimale moment daar is. Dit is vaak een moment waarop je kind over de juiste informatie beschikt en de technische en medische aspecten daadwerkelijk kan begrijpen. Dan ga je het gesprek aan met het kind. Wanneer dit ideale moment precies is, is toch een kwestie van aanvoelen. Welke vragen stelt je kind? Wat is zijn of haar begripsvermogen? En hoe volwassen is je kind? Wat ook mee kan spelen is dat je kind snapt wat het begrip ‘privé’ inhoudt en daar dus ook op die manier mee om kan gaan. Dit ideale moment passeert doorgaans in de leeftijdscategorie van 7 tot 12 jaar, maar zeker voordat de adolescentie zijn intrede doet.   

Deze aanpak gaat wel gepaard met een aantal moeilijkheden. Want zevenjarigen die ingelicht zijn, begrijpen de informatie nog maar beperkt. En hoe zet je deze strategie in als je kinderen in verschillende leeftijden hebt binnen het gezin? Bij deze methode is niet alleen het juiste moment, maar ook de juiste manier belangrijk voor ouders. Het vertellen is een speciale gebeurtenis, een keerpunt. Hierdoor kun je meer onzekerheid ervaren dan ouders die stapsgewijs het verhaal brengen aan hun kinderen.   

Hoe reageert je kind?  

Wat de reactie van je kind zal zijn, is natuurlijk niet te voorspellen. Wel kun je een inschatting maken. De wijze waarop je het vertelt en in welke levensfase je kind zich bevindt en hoe je kind in het leven staat, allemaal factoren die meespelen.  

  • Kleuters  
    Kleuters zijn van nature nieuwsgierig en leergierig. Ze genieten van verhaaltjes en het gezellige samenzijn tijdens het verhaaltjes vertellen. Het maakt het nog mooier wanneer de verhalen betrekking hebben op hun eigen leventjes.  
  • Basisschoolkinderen  
    Kinderen in de basisschoolleeftijd nemen nieuwe informatie juist op een niet-emotionele, feitelijke manier op. Deze reactie wil nog wel eens botsen met de toestand waarin de ouder zich bevindt, het is voor hen juist een emotioneel en spannend moment. 

Kinderen die op vroege leeftijd zijn ingelicht, hebben doorgaans een positiever beeld van de donorconceptie. Op latere leeftijd je kind inlichten kan wel, maar dit vraagt wel een grondige voorbereiding en een goede begeleiding.  

Praten over donorconceptie is dus altijd een proces, nooit een eenmalige mededeling. Het thema duikt af en toe op, om vervolgens weer naar de achtergrond te verdwijnen. Dit is afhankelijk van de leeftijd van je kind en de gebeurtenissen en/of mijlpalen rondom je kind. Bovendien is het een interactief proces. Niet alleen jij als ouder vertelt over de donorconceptie, er komen ook vragen en reacties van de kinderen. En ook dat is bepalend voor het proces.  

Een volwassen kind vertellen over donorconceptie 

Overweeg je je volwassen kind te vertellen over de donorconceptie, dan vraagt dit een goede voorbereiding. Hoe ga je om met eventuele eigen gemengde gevoelens rond het vertellen? Hoe kan je je het beste voorbereiden? Hoe kun je het vertellen concreet aanpakken? Welke mogelijke gevoelens en reacties kunnen volwassenen donorkinderen hebben? Wat kan na het vertellen nog steunend zijn? Op donorconceptie.nl lees je meer over het op latere leeftijd vertellen over donorconceptie.  Fiom kan je ook verder helpen met informatie en handvatten. Heb je hier behoefte aan? Neem dan contact met ons op. Je kunt ons bellen via 088 126 49 00 tijdens kantooruren, of mailen via donorconceptie@fiom.nl

Stel je vraag

Heb je verdere hulp of informatie nodig?  

Heb je behoefte aan verdere hulp? Fiom organiseert webinars en workshops ‘Praten met je kind over donorconceptie'. Hier krijg je meer informatie en kun je ervaringen uitwisselen met andere ouders. Daarnaast zijn ouders actief bezig met handvatten en tips over het vertellen van de afkomst van je kind.   

Fiom heeft ook het boek ‘Beginnen bij het begin’ uitgegeven. Ervaringen van ouders, kinderen en donoren zijn hierin verzameld. Het is een naslagwerk dat je verder kan helpen met aparte hoofdstukken voor de verschillende leeftijdsgroepen. 

Wil je de behoeften en belevingen van donorkinderen verder leren begrijpen? Lees dan eens de persoonlijke verhalen van donorkinderen.