Nederland kent een bij wet vastgestelde adoptieprocedure. Deze procedure is gebaseerd op de uitgangspunten van het Haags Adoptieverdrag. De procedure verloopt in negen stappen: van het aanvragen van de beginseltoestemming tot het afhandelen van de formaliteiten nadat een adoptiekind in Nederland is aangekomen.

Man en vrouw vullen formulieren in

Op 2 november heeft de Minister voor Rechtsbescherming de tweede kamer nader geïnformeerd over de inrichting van het nieuwe adoptiesysteem. Daarin is onder andere over de landenselectie en de keuze voor één centrale bemiddelingsorganisatie bericht. Naar aanleiding van het kritische rapport van de Commissie Joustra heeft de Minister voor Rechtsbescherming, mede op basis van een advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, criteria vastgesteld die van belang zijn voor het continueren van de samenwerkingsrelatie met landen van herkomst. Aan de hand van die criteria heeft de Centrale autoriteit een landenanalyse opgesteld. Deze analyse is te vinden op de website van de Rijksoverheid

De analyse heeft geleid tot een selectie op basis waarvan is besloten om samenwerkingsrelaties van een adoptierelatie met herkomstlanden te continueren of af te bouwen. De samenwerkingsrelaties met de landen waar nog wel uit geadopteerd wordt, zullen worden geïntensiveerd.

Van aanvraag tot beginseltoestemming

Bemiddelingsfase

De Minister voor Rechtsbescherming heeft besloten dat er in de toekomst slechts één organisatie verantwoordelijk zal zijn voor bemiddelingsactiviteiten bij interlandelijke adoptie. Na een selectieprocedure is besloten dat Stichting Wereldkinderen een vergunning mag gaan aanvragen voor de oprichting van de centrale bemiddelingsorganisatie. De verwachting is dat deze organisatie in de loop van volgend jaar actief kan worden. Het uitgangspunt is dat aspirant-adoptieouders beschikbaar zijn voor kinderen – in de landen waarmee de adoptierelatie wordt voortgezet – die baat hebben bij interlandelijke adoptie.

Formaliteiten als het kind in Nederland is