Het leven van een geadopteerd kind begint niet bij de adoptie. Openheid over afstand en adoptie betekent meer dan de foto's van de eerste ontmoeting en zijn geboorteland kijken. Maar wat als het dossier bijna geen antwoorden geeft of juist heel gevoelige details bevat? 

*Adoptiemoeder Marian: “lk wist wel dat het een keer nodig zou zijn om mijn zoon meer uit te leggen over de ervaringen uit zijn babytijd, maar ik betrapte mezelf elke keer op de gedachte 'waarom zou ik hem belasten met al die narigheid?' Elke keer leek er iets te zijn, waardoor het niet uitkwam om erover te beginnen. Toen las ik een keer een interview met een geadopteerde vrouw die hoar eigen levensverhaal pas achterhaalde toen ze volwassen was. Toen pas kon ze haar gevoel en gedrag in haar jeugd gaan begrijpen en rouwen over wat er allemaal met haar gebeurd was. Dat zette me aan het denken .. :”

Vermijden of helpen verwerken? 

Vroeger was men ervan overtuigd dat pijnlijke dingen uit iemands verleden het best konden worden vergeten en niet opnieuw opgerakeld moesten worden. Adoptie werd dan ook gezien als een nieuwe start, waarbij niet teruggekeken moest worden naar het verleden. Wanneer het om jonge kinderen ging die geen bewuste herinneringen hadden aan hun leven voor de adoptie, werd vaak gezwegen over hun afkomst en voorgeschiedenis, of werden pijnlijke details weggelaten of verzacht. Tegenwoordig wordt er vaak anders gedacht over rouwverwerking bij kinderen en wat ze daarin nodig hebben. Een voorbeeld daarvan is hoe kinderen tegenwoordig worden betrokken bij een uitvaart als er een familielid is overleden. Kinderen hebben ook recht op eerlijke informatie en verwerken verliezen op hun eigen manier. Toch hebben volwassenen ook de neiging om een kind te beschermen voor verdriet. 

Impact van early life stress

Negatieve ervaringen van adoptiekinderen, zoals de breuk(en) met ouders/verzorgers, tehuisleven, verwaarlozing of mishandeling worden op heel jonge leeftijd niet als bewuste herinneringen opgeslagen. De impact van ervaringen in deze levensfase kan echter minstens net zo groot zijn, maar ze worden anders opgeslagen. We spreken dan van lichaamsherinneringen. Zo kan een kind, dat als baby meerdere abrupte verliezen heeft ervaren, op latere leeftijd nog steeds last hebben van extreme verlatingsangst, of emotioneel ontregelen bij onverwachte of onvoorspelbare situaties. Als een kind niet weet waarom hij zich zo voelt en gedraagt kan dat extra beangstigend zijn. Dit vraagt om begrip, uitleg en hulp van ouders en opvoeders. Voor hen is het soms een lastige afweging om te bepalen wanneer en hoe je deze gevoelige dingen bespreekt en begeleidt.

Belang van het kind 

Voor de identiteitsontwikkeling van geadopteerden is het essentieel om zoveel mogelijk informatie ter beschikking te hebben over hun oorsprong en levensgeschiedenis. Weten waar je vandaan komt, bij welke familie en cultuur je hoort, wat er met je gebeurd is, wanneer en waar dat was, wie er voor je gezorgd heeft, of waarom die zorg en aandacht er niet was… Allemaal dingen die belangrijk zijn om gebeurtenissen te kunnen plaatsen en je plek in het leven te kunnen vinden. Informatie uit het adoptiedossier is vaak incompleet, misschien eenzijdig of niet betrouwbaar en gebeurtenissen speelden zich af voordat het kind bewuste herinneringen op kon slaan of er taal aan kon verbinden. Dit maakt het lastig om er later in het leven over te praten, omdat je kind de gevoelens die met die ervaringen te maken hebben niet kan plaatsen. Ze zijn niet gekoppeld aan een bewuste gebeurtenis, maar meer een basaal gevoel. Zo kan een geadopteerd kind/jongere zich onrustig, leeg, angstig, of onbegrepen voelen, niet in verbinding met zichzelf, anderen en de wereld. 

Het kennen van je afkomst en levensloop geeft enerzijds antwoorden en houvast, maar leidt soms ook weer tot andere vragen en emoties. Wanneer is een kind eraan toe om dingen te horen? Moet je wachten tot hij er zelf vragen over stelt of is die drempel voor een kind misschien te hoog? Veel adoptiekinderen hebben voor de adoptie nog niet goed kunnen oefenen met rouwen. De nare ervaringen die ze hebben meegemaakt waren meestal onverwacht, onbegeleid en zonder troost. Dat maakt dat ze dus extra hulp nodig hebben om te ervaren dat het kan helpen om steun en troost te krijgen als je het moeilijk hebt. Adoptie sensitieve adoptieouders kunnen hun kind stap voor stap begeleiden in dit proces door er open over te zijn, goed door te vragen als het kan, maar ook te monitoren wat de behoefte en het tempo is van hun kind.  Ze kunnen mogelijke gevoelens benoemen, en hun kind helpen zoeken naar activiteiten, symbolen en verhalen die kunnen ondersteunen.

*Adoptievader Camil: “Onze oudste is lange tijd bang geweest voor mannen in uniform. Hij herinnert zich nog dat hij op straat leefde met zijn moeder en dat ze vaak door de politie met harde hand werden weggestuurd. Hij vertelde er bij ons regelmatig over, speelde dit soort situaties na met speelgoed. We konden hem troosten en uitleggen dat zijn angst daarmee te maken had, maar dat hij hier veilig is. Hij heeft ook EMDR gehad, dat heeft echt geholpen. Inmiddels is hij 15 en is hij niet meer angstig, maar onlangs hebben we het er wel weer met hem over gehad. Hij was aangehouden voor fietsen zonder licht en we merkten dat zijn reactie daarop toch heftig was. Je merkt dan dat een uniform nog een trigger voor hem is. Bij de jongste is het lastiger om er handen en voeten aan te geven, omdat zij zich niks concreets herinnert. We weten dat ze als peutertje wegens aanhoudende heftige omstandigheden uit huis is gehaald en in een tehuis is geplaatst. Ze kwam bij ons als vierjarige en is nu drie jaar bij ons. Zij is nog steeds over-alert en gespannen. We werken met haar intensief aan het opbouwen van de gehechtheidsrelatie, onder andere met Sherborne Samenspel. Daarnaast vertellen we haar gefaseerd wat we weten over haar voorgeschiedenis en benoemen haar gevoel en gedrag, zodat ze haar levensloop en zichzelf beetje bij beetje leert begrijpen. Samen met een adoptieprofessional bepalen we hoe we dat afstemmen op haar ontwikkelingsniveau en behoeften.

Terughoudendheid van adoptieouders 

Soms zijn adoptieouders huiverig voor het praten over gevoelige dingen die hun kind heeft meegemaakt. Ze zijn bang dat het hun kind uit evenwicht zal brengen, verdrietig zal maken, of dat het kind hen iets kwalijk zal nemen en dat het de relatie zal schaden. Ouders kunnen zich ook onzeker voelen over hun eigen vaardigheden en stabiliteit als opvoeders. Ze vragen zich bijvoorbeeld af of ze eventuele reacties of gevoelens van hun kind kunnen opvangen of verdragen. Als het onderwerp je eigen verdriet raakt, bijvoorbeeld over je ongewenste kinderloosheid of andere (verlies)ervaringen, dan voelt je kind dat en staat het een open contact hierover in de weg. Om een kind goed te kunnen steunen is het daarom belangrijk deze twijfels en gedachten met elkaar te bespreken en er professionele begeleiding bij te zoeken. Samen met een hulpverlener kan bekeken worden wat er wenselijk en nodig is.

*Adoptiemoeder Anne: “We wisten uit de rapportage dat onze dochter geboren is vanuit een verkrachting. Na de geboorte is ze ook zwaar verwaarloosd geweest, omdat haar biologische moeder die situatie totaal niet aankon. Tot nu toe zeiden we alleen dat haar moeder niet voor haar kon zorgen, dat klopt dus wel, maar hoe vertel je de verdere context aan je kind? Wanneer is ze eraan toe om dit soort verdrietige details te kunnen horen en plaatsen? We hebben dit overlegd met een adoptiedeskundige. Toen ze iets meer informatie aankon voegden we aan het verhaal toe dat haar moeder geen lieve man had om haar te helpen met de baby. Toen ze een jaar of negen was breidden we het uit met uitleg over gedwongen seks en ongewild zwanger raken. We legden haar toen uit dat haar moeder daardoor zelf te grote problemen had om goed voor een baby te kunnen zorgen, ook al was ze een hele lieve baby… Zo konden we haar stap voor stap het eerlijke verhaal vertellen.”

Hoe kun je als adoptieouder het proces van je adoptiekind faseren en begeleiden?

  • In stapjes en op begripsniveau van je adoptiekind de informatie die je wel hebt delen, ook al is die soms pijnlijk of niet helemaal zeker.
  • Goed monitoren en afstemmen op wat de behoefte en het tempo is van je kind 
  • Respectvol praten over de moeder/ouders en hun (mogelijke) situatie en afwegingen. Als bv. duidelijk is dat er sprake was van huiselijk geweld, kun je zeggen dat de ouders waarschijnlijk veel heftige ruzies hadden en dat het geen veilige omgeving was om een kindje in op te laten groeien.
  • Samen met je kind visualiseren (levenslijn tekenen, boekje maken, tekenen, foto’s op internet opzoeken) wat mogelijke betekenisvolle dingen kunnen zijn geweest in het leven van de moeder/ouders/familie. Denk aan culturele achtergrond, religie, sociale status en steun, kwaliteit van relaties, eigen opvoeding, normen en waarden, omstandigheden die misschien samenhingen met het (moeten) doen van afstand.

Al weet je het niet, of niet zeker, je kunt er wel samen over fantaseren, vragen stellen over de ideeën van je kind en eventueel een beetje bijsturen of iets toevoegen als je denkt dat dat realistischer is. Zorg echter dat je er geen feiten van maakt, gebruik woorden als ‘misschien’, of ‘stel dat’… Al ‘plakkend en knippend’ raak je in gesprek, krijg je als ouder misschien iets beter beeld van de vragen, twijfels, dromen en gedachten van je adoptiekind over dit ingewikkelde onderwerp. 

Misschien roept het nieuwe vragen op, misschien brengt het emoties met zich mee, maar het is ook een mooie kans om je kind daarbij te ondersteunen. Het is daarbij belangrijk om ruimte te maken voor verschillende en soms misschien tegenstrijdige gevoelens van je kind. Ook al heeft zijn biologische moeder misschien begrijpelijke redenen gehad om hem af te staan, toch kan hij zich verlaten of afgedankt voelen en daar heel boos of verdrietig om zijn. Hij kan zijn moeder misschien intens missen èn haten, soms om de beurt, soms tegelijkertijd. Begrip, erkenning en steun bieden zonder het te willen oplossen betekent dat je de pijn en het verdriet van je kind moet verdragen. Je kunt er voor je kind proberen te zijn door hem met aandacht te volgen in zijn proces en zijn behoeften. 

*Adoptiemoeder Tabitha: “Onze geadopteerde dochter was er in een bepaalde fase stellig van overtuigd dat haar moeder een koningin was, ze idealiseerde haar enorm en ze vond ons stom. Ze tekende haar moeder met prachtige jurken aan en schreef er ‘Mama’ bij; ze liet die tekeningen ook op school zien. We hebben de juf er even over bijgepraat om te zorgen dat zij er net als wij begripvol op kon reageren. We zeiden dan bijvoorbeeld: ”Tjee, wat een mooie tekening van jouw moeder, wie weet ziet ze er wel zo mooi uit. Lastig hè, dat we zo weinig over haar weten?” Soms was dat thuis een ingang om weer wat meer te vertellen over de dingen waar we wel iets over wisten, of zochten we samen dingen op internet over haar land en het leven daar. We vroegen haar soms of ze het fijn vond om er samen over te praten, of te fantaseren. Ze mocht dan zelf stop zeggen als ze niet meer wilde praten. Zo kreeg ze zelf de regie, maar kwamen we stap voor stap wel steeds dichterbij het realistischere verhaal. Als het haar verdrietig maakte benoemden we dat en mochten we haar troosten.”

Wat kun je als adoptieouder doen?

  • Je toont begrip en openheid, oordeelt niet (respect voor loyaliteiten) 
  • Je neemt op je kind afgestemd initiatief (je hoeft het niet alleen te doen, ik ben er voor je)
  • Je benoemt wat het misschien oproept bij je kind (ik probeer je te begrijpen en te steunen en help je woorden te vinden voor vragen en gevoelens)
  • Je helpt doseren, inclusief benodigde ‘pauzes’ (ik help om er voor jou behapbare stukjes van te maken)
  • Je helpt uitingsvormen zoeken, ter ontspanning, afleiding of verwerking 
    (iets met rituelen, symbolen, creatief, muziek, beweging, ritme, nabijheid, aanraking)

Als je merkt dat je als adoptieouder lastig met je kind in contact komt over dit thema, is hij mogelijk gebaat bij een plek waar achterliggende loyaliteitsgevoelens minder in de weg zitten. Misschien vindt hij het minder moeilijk om zich te uiten bij een vertrouwde volwassene uit de familie of vriendenkring die een andere rol heeft? Dit benoemen kan je kind helpen om hier gebruik van te maken: “Je weet dat je altijd met alles bij ons terecht kan, maar soms vinden adoptiekinderen het makkelijker om met iemand anders te praten over hun geboorteouders. Tante Celia wil dat graag met je doen, lijkt je dat wat?” 

Therapie en/of traumabehandeling kan wenselijk of nodig zijn om verdere stappen te kunnen zetten in het proces. Zoek naar hulp waar expertise is met de complexiteit van adoptiethematiek. De sociale kaart van Fiom/Inea biedt adressen van professionals met expertise op het gebied van adoptie. Neem gerust contact op voor telefonische consultatie of een begeleidingstraject van een adoptiedeskundige pedagoog.

*De quotes in dit artikel zijn fictief, ze zijn een compilatie van jarenlange praktijkervaring van Fiom in de preventieve opvoedondersteuning aan adoptiegezinnen.